Over DIS en complexe DIS (CDIS)
Wie zich verdiept in satanisch ritueel misbruik komt al gauw de term DIS tegen, ofwel de dissociatieve identiteitsstoornis. Maar wat is het en wat heeft het te maken met satanisch ritueel misbruik? Om antwoord te vinden op deze vraag, moeten we beginnen met de vraag hoe kinderen en volwassenen in het algemeen omgaan met pijn.
Omgaan met pijn
Ieder kind heeft manieren nodig om om te kunnen gaan met de pijn die leven in deze wereld vaak met zich meebrengt. Dat kan gaan om lichamelijke pijn (gevallen op je knie, een kies die moet worden getrokken) of om emotionele pijn (buitengesloten worden in een groep, teleurstelling in een vriendin die je ineens niet meer ziet staan, etc. ). In een gezond gezin zijn er ouders om het kind gerust te stellen, te troosten, af te leiden bij het trekken van de kies of even te verwennen nadat het iets moeilijks heeft meegemaakt. Naarmate het kind ouder wordt leert het om matige pijn zelf op een gezonde manier te hanteren, zonder directe steun van een ouder. Maar ook emotioneel gezonde volwassenen blijven op de hulp van andere mensen aangewezen voor steun in erg moeilijke of pijnlijke situaties. Onderzoek toonde b.v. aan dat als volwassenen pijn ondergaan, het stressniveau in het lichaam daalt als een ander hun hand vasthoudt [1] . Dit effect is nog groter als er een emotionele band is met die ander.
Wat is dissociatie?
Als er pijn is in het leven van een kind en er is geen volwassene beschikbaar die het kind helpt met de pijn om te gaan, ontwikkelt een kind noodgedwongen andere manieren. Een kind kan bijvoorbeeld de pijn afreageren via agressief gedrag naar andere kinderen of de pijn zo ver weg duwen dat het niet meer te voelen is. In dat laatste geval neemt ook het kunnen ervaren van positieve gevoelens zoals vreugde en verbondenheid af en vaak wordt een kind dan somber of zelfs depressief.
Als de pijn te overweldigend is en totaal niet past in alles wat een kind tot dan toe heeft meegemaakt (b.v. bij verkrachting), kan er dissociatie optreden: het bewustzijn van het kind splitst zich: één deel ‘haakt af’, een ander deel ziet, voelt en ervaart de emotionele en lichamelijke pijn van de verkrachting. Als er op een later moment een betrouwbare volwassene is tegen wie het kind dit kan vertellen en van wie het steun ontvangt, kan de gebeurtenis alsnog worden verwerkt en als een normale (maar nare) herinnering worden opgeslagen. Als die volwassene er niet is, kan de verkrachting voor lange tijd ‘vergeten’ worden.
Wat is de dissociatieve identiteitsstoornis?
Als kinderen op jonge leeftijd (voor het 6e levensjaar) veel ernstige trauma’s meemaken waarbij er geen of onvoldoende steun is van een emotioneel beschikbare volwassene, ontwikkelt het brein zich anders dan bij een kind dat in min of meer ‘normale’ omstandigheden opgroeit. Er kan zich dan een dissociatieve identiteitsstoornis ontwikkelen (DIS). Dit houdt in dat er tenminste 2 van elkaar gescheiden persoonsdelen ontstaan die verschillen in hun ontwikkelingsniveau, in hun gedrag, manier van praten, bewegen en voelen en in wat zij zich herinneren van de eigen levensgeschiedenis. Doorgaans is er een ‘dagelijkse leven persoonsdeel’ en een ‘traumapersoonsdeel’, dat de herinneringen aan de trauma’s bewaart. Het gevolg is dat het dagelijks leven persoonsdeel soms stukken tijd mist: momenten dat het andere traumapersoonsdeel het lijf een tijdje heeft ‘overgenomen’. Dit komt dan meestal doordat er iets in het gewone leven gebeurt, dat raakt aan de trauma’s die zijn meegemaakt (een ‘trigger’). Dit kan een geur zijn die er ook was op het moment van trauma (b.v. geur van sperma), een voorwerp dat de persoon ineens ziet (b.v. een hoed die de verkrachter op had) maar ook een geluid of een bepaalde aanraking. Om het bewustzijn van het grootste persoonsdeel te beschermen tegen het herinneren van deze trauma’s, neemt het traumadeel dan het lijf even ‘over’. Dit is een onbewust en automatisch proces, dat de persoon als geheel helpt om te kunnen blijven functioneren, ondanks ernstige onverwerkte trauma’s.
Wat is doelbewust gecreëerde DIS?
Een traumadeel kan opnieuw gesplitst worden door nieuw trauma van een andere aard.
Bijvoorbeeld, door een kind dat al gesplitst is door verkrachting in een nieuwe situatie niet alleen te verkrachten maar tegelijkertijd bijna te verdrinken (waterboarden), splitst het traumadeel zich opnieuw. Het traumadeel had immers al wel ‘geleerd’ om de gevoelens van het verkracht worden te verdragen, maar nog niet om ook nog eens gelijktijdig de intense gevoelens van bijna-verdrinken te ervaren. Er ontstaat een nieuw persoonsdeel dat tevoorschijn komt in situaties waar zowel verkrachten als bijna verdrinken aan de orde is.
Door een afgesplitst persoonsdeel in een nieuwe traumatische situatie te brengen, splitst zich van dit deel een nieuw traumadeel af. Vanaf dit punt kan er verder worden gesplitst door het toevoegen van nieuwe extreme ervaringen. Dit gaat niet alleen om nieuwe vormen of niveaus van pijn. Ook de band met de persoon die de marteling uitvoert kan reden zijn voor een nieuwe splitsing. Een persoon aan wie het kind zich (korte tijd) eerst heeft gehecht en die daarna wreed verkracht of martelt, kan ook een nieuwe splitsing veroorzaken. Het kind lange tijd onthouden van voedsel, water of slaap of blootstelling aan extreme hitte of kou kan in combinatie met andere omstandigheden ook voor verdere splitsing zorgen. Vanuit een zieke en kwaadaardige geest gedacht, zijn de mogelijkheden voor splitsing bijna eindeloos.
Sommige van deze gecreëerde persoonsdelen worden ‘getraind’ in sekswerk, andere in het deelnemen aan satanische bijeenkomsten, weer andere in het bedienen van zeer specifieke seksuele en sadistische wensen van een bepaalde groep mensen of bij sommige slachtoffers deelname aan mensenhandel of georganiseerde misdaad. Er zijn ook persoonsdelen die als taak hebben om informatie over het eigen leven te rapporteren aan een persoon in de cult die verantwoordelijkheid draagt voor dit slachtoffer. De ’training’ van deze persoonsdelen gaat gepaard met vernedering, straffen of marteling van het betreffende persoonsdeel als de taken niet perfect genoeg worden uitgevoerd. Ook krijgt elk persoonsdeel een naam, kenmerk of nummer. Op die manier kunnen zij door de daders naar voren worden geroepen op een door hen gewenst moment. Naast persoonsdelen die een taak hebben in de buitenwereld, worden er ook kleine en minder ontwikkelde persoonsdelen gecreëerd die een taak hebben de binnenwereld te verstoren als grotere persoonsdelen gaan praten over trauma. Ook worden persoonsdelen gecreëerd die een heel specifieke, afgebakende taak hebben in de buitenwereld, bijvoorbeeld automatisch de deur opendoen voor een specifieke dader of het kunnen begrijpen van vingertaal of andere codetaal. Deze persoonsdelen worden vaak geconditioneerd door middel van electroshocks of andere marteltechnieken.
In de loop van de kindertijd ontstaat op deze manier een complexe binnenwereld met persoonsdelen met een eigen ik-besef die verschillen in leeftijd, grootte, vaardigheden en geheugeninhoud.
De persoonsdelen zijn in meer of mindere mate door geheugenmuren van elkaar gescheiden. Sommige persoonsdelen weten niet eens van elkaars bestaan af, andere kennen elkaar wel maar blijven ver uit elkaars buurt. Zover mij bekend is er altijd één persoonsdeel dat buiten alle trauma’s is gehouden en grote stukken van het gewone dagelijkse leven ‘doet’. Dit persoonsdeel is dan van jongs af aan gewend om blokken tijd te missen en heeft allerlei manieren ontwikkeld om dit voor de buitenwereld en zichzelf te verbloemen.
Bovenstaande beschrijving van doelbewust gecreëerde DIS is gebaseerd op de intensieve behandeling van Esther. Doordat de cult jarenlang via externe triggers persoonsdelen activeerde om hun getrainde taak uit te voeren, was het in therapie noodzakelijk alle trauma’s die hiermee verbonden waren, te verwerken. Een enorm intensieve weg, maar dit bleek de enige manier om Esther uit handen van de cult te houden, hoewel het hen de eerste jaren soms nog lukte om haar in de val te lokken via een klein persoonsdeel dat nog niet bekend was.
De ervaringen vanuit de behandeling van Esther komen overeen met wat elders geschreven is over doelbewust gecreëerde DIS maar vult deze kennis aan, met name als het gaat om het verschil tussen splitsings- en trainingstrauma’s. Binnen de hulpverlening van Friends of Esthers hebben we ervoor gekozen om doelbewust gecreëerde DIS aan te duiden met de term ‘complexe DIS’ of CDIS. Dit is een eenvoudiger term, die min of meer aansluit bij het onderscheid dat in de internationale literatuur over trauma gemaakt wordt tussen PTSS en complexe PTSS. Zover ons bekend is er tot op heden in de internationale literatuur geen algemeen gangbare term voor een dissociatieve identiteitsstoornis die door een georganiseerd dadernetwerk doelbewust is gecreëerd. Soms wordt de term ‘geprogrammeerde DIS’ of DIS 2.0 gebruikt. Wij hanteren dus de term complexe DIS, afgekort CDIS.
In de behandeling van andere volwassenen met doelbewuste gecreëerde DIS (voortaan: CDIS), zowel eigen cliënten als cliënten van collega’s bij wie ik meedenk, zie ik veel overeenkomsten met het proces van Esther. Maar er zijn ook verschillen. Er is hierin nog een wereld te winnen aan groei in kennis, maar ik denk in elk geval de volgende patronen te zien:
- De mate waarin cliënten al contact kunnen maken met hun persoonsdelen hangt af van de mate waarin zij hun trauma’s onder ogen hebben gezien.
- Als het misbruik in het heden nog doorgaat, is de innerlijke afstand tussen persoonsdelen, maar mogelijk ook de bereikbaarheid van bepaalde persoonsdelen groter dan wanneer het misbruik al gestopt is.
- Hoe ernstiger, langduriger en wreder het misbruik en de marteling, hoe complexer de binnenwereld en hoe groter vaak de onderlinge afstand of zelfs vijandschap tussen persoonsdelen. Over dit laatste is meer te lezen in dit artikel, onder het kopje ‘verdeel en heers’.
- In het verlengde daarvan, mogelijk ook: hoe ‘professioneler’ de lokale cultgroep die de DIS bij een slachtoffer creëert, hoe beter afgesplitst de verschillende persoonsdelen zijn en hoe beter een slachtoffer ‘normaal’ kan functioneren in de samenleving.
- Daarnaast is ieder mens anders en zal ook complexe DIS er bij iedereen verschillend uitzien.
Net als elke psychische aandoening is er dus ook bij complexe DIS sprake van allerlei gradaties. Daarnaast zijn er diverse fasen van bewustwording bij een overlever, zoals ik dat bij onder meer Esther gezien heb. Als ik de complexe DIS van Esther vergelijk met literatuur en eigen andere ervaringen, lijkt haar binnenwereld qua complexiteit een uiterste te zijn. Dit past bij het gegeven dat zij vertelt over misbruik in de allerhoogste kringen van onze samenleving en over zeer diverse terreinen waar zij werd ‘ingezet’. Niet alleen voor sekswerk en satanische bijeenkomsten, maar ook voor georganiseerde misdaad en het moeten (helpen) chanteren van hooggeplaatsten.
Samengevat, doelbewust gecreëerde DIS is het misbruiken van een natuurlijk verdedigingsmechanisme dat helpt om te kunnen doorleven met ernstige onverwerkte trauma’s. Door de cult wordt dit ingezet om hun slachtoffers maximaal te misbruiken en toch ogenschijnlijk normaal te laten functioneren in de samenleving. Zo kan er een overlever naast je wonen of een kindslachtoffer bij je kind in de klas zitten, zonder dat je het in de gaten hebt. Het is mijn hoop dat door toenemende kennis van signalen, meer kinderen en volwassenen uit de greep van dit gruwelijk misbruik worden bevrijd.
In bovenstaande tekst is geprobeerd om de dissociatieve identiteitsstoornis (DIS) en doelbewust gecreëerde DIS in gewone taal te omschrijven. Op internet is in psychologentaal meer te vinden over DIS. Daar vindt je ook de officiële omschrijving van DIS in de DSM-V, het ‘handboek’ voor psychische stoornissen dat door psychiaters en psychologen wereldwijd wordt gehanteerd. Complexe DIS zoals dat hier is gedefinieerd is (nog) niet terug te vinden in de DSM-V. Deze tekst is voor een breed publiek geschreven, mocht een lezer inhoudelijk of tekstueel verbetervoorstellen hebben dan hoor ik die graag via de contactpagina van www.lichtopsrm.com.
Aline Terpstra
10 juli 2022